De beslissing van de regering van het Verenigd Koninkrijk (VK) om de salarisdrempel voor Skilled Worker-visa te verhogen wordt kritisch bekeken.
Volgens een rapport van het Oxford Migration Observatory heeft dit nieuwe visumbeleid aanzienlijke financiële gevolgen.
De nieuwe visumregel vereist dat aanvragers van een Skilled Worker visum voldoen aan de minimumsalarisvereiste van £38.700 per jaar.
Volgens The Evening Standard bleek uit de bevindingen dat dit het land de komende tien jaar 25 miljard pond zou kunnen kosten.
Nieuwe regels voor visa voor geschoolde werknemers
In april 2024 verhoogde het ministerie van Binnenlandse Zaken het minimumsalaris voor Skilled Worker-visa van 26.200 pond naar 38.700 pond.
Deze verandering betekent dat overzeese professionals nu een baan moeten krijgen die minstens het nieuwe drempelbedrag betaalt om in aanmerking te komen voor een visum.
De nieuwe regel maakt deel uit van een bredere strategie om de nettomigratie te verminderen en prioriteit te geven aan goedbetaalde functies.
De nieuwe Britse Labourregering besloot de verandering door te zetten toen ze aantrad na de verkiezingen in juli.
“Deze maatregelen moeten ervoor zorgen dat ons migratiesysteem werkt in het belang van het Britse volk,” zei de Britse minister van Binnenlandse Zaken Yvette Cooper.
Het beleid heeft echter een debat op gang gebracht over de vraag of het schadelijk zal zijn voor kritieke sectoren en economische druk zal veroorzaken.
Voor- en nadelen van hogere salarisdrempels
De analyse van het Oxford Migration Observatory biedt een serieus perspectief.
In het rapport wordt geschat dat het beleid de komende tien jaar £7 miljard aan publieke voordelen kan opleveren.
De kosten kunnen echter oplopen tot 32,5 miljard pond, wat leidt tot een nettotekort van 25,5 miljard pond.
Dr. Madeleine Sumption, directeur van het Oxford Migration Observatory, legde de mogelijke rimpeleffecten uit.
“Het effect van hogere salarisdrempels voor geschoolde werknemers zal voor een groot deel afhangen van hoe werkgevers reageren,” zei ze.
Als bedrijven minder mensen aannemen vanwege de hogere kosten, kan de overheid belastinginkomsten mislopen van beter verdienende professionals.
Omgekeerd, als werkgevers zich aanpassen door de lonen te verhogen, kunnen ze te maken krijgen met hogere operationele kosten, waardoor de prijzen voor consumenten kunnen stijgen.
Deze bevindingen benadrukken de uitdaging om een evenwicht te vinden tussen strengere migratiecontroles en het behoud van economische stabiliteit.
Zorgen van kritieke industriële sectoren
De hogere salarisdrempel voor geschoolde arbeiders heeft tot bezorgdheid geleid in sectoren die sterk afhankelijk zijn van internationaal talent.
De gezondheidssector rekruteert bijvoorbeeld vaak internationaal om cruciale functies zoals verpleegkundigen en verzorgend personeel in te vullen.
Veel van deze functies betalen veel minder dan 38.700 pond, waardoor het voor werkgevers moeilijker wordt om personeel uit het buitenland aan te nemen.
De NHS, die al kampt met personeelstekorten, kan nog meer onder druk komen te staan.
Ook scholen in achterstandsgebieden die afhankelijk zijn van internationale leerkrachten kunnen moeite hebben om aan een hoger salaris te voldoen.
Hieronder vallen ook leerkrachten die wetenschap, technologie, techniek en wiskunde (STEM) onderwijzen.
De visumregels mogen echter niet van toepassing zijn op leerkrachten in de nationale salarisschaal.
Aan de andere kant kunnen de gespecialiseerde beroepen in de bouwsector, zoals senior ingenieurs, voldoen aan de verhoogde salarisdrempel.
Veel geschoolde beroepen, zoals metselaars en loodgieters, voldoen echter meestal niet aan de nieuwe minimuminkomenseisen.
Dit kan leiden tot een vertraging van de werving, waardoor infrastructuurprojecten vertraging oplopen en de kosten in een sector die toch al onder druk staat, stijgen.
Mogelijke aanpassingen van de salarisdrempel
De Britse regering blijft zich inzetten om de nettomigratie te verminderen en stelt dat de salarisverhoging een noodzakelijke stap is om dit doel te bereiken.
De beleidswijziging zorgt ervoor dat alleen overzeese arbeiders die het meest bijdragen aan de economie in aanmerking komen voor Skilled Worker-visa.
Tegelijkertijd heeft de regering het Migration Advisory Committee (MAC) gevraagd om de banen in de IT- en engineeringsector te herzien.
De MAC is een onafhankelijk overheidsorgaan dat de regering adviseert over migratiekwesties en immigratiebeleid.
Het onderzoek probeert te begrijpen waarom deze twee industrieën sterk afhankelijk zijn van internationale werknemers.
Er zal ook worden onderzocht of het Britse immigratiesysteem moet worden aangepast om deze vitale sectoren te ondersteunen.
De regering heeft gezinspeeld op mogelijke vrijstellingen of aanpassingen voor kritieke functies, hoewel er geen specifieke plannen zijn aangekondigd.
Toekomstperspectief van hogere salarisdrempel voor geschoolde werknemers
De beleidswijziging maakt deel uit van een uitgebreider debat over de rol van migratie in de economie van het Verenigd Koninkrijk.
Voorstanders van strengere visumregels voeren aan dat het verminderen van de afhankelijkheid van buitenlandse arbeidskrachten werkgevers kan aanzetten om te investeren in binnenlandse werknemers en vaardigheidstraining.
Critici waarschuwen echter dat de hogere salarisdrempel onnodige barrières kan opwerpen.
Het zou ook het concurrentievermogen van het Verenigd Koninkrijk bij het aantrekken van mondiaal talent kunnen verminderen.
De potentiële kosten van 25 miljard pond voor het verhogen van de salarisdrempel voor geschoolde werknemers doet vragen rijzen over de bredere economische impact van het beleid.
De werkelijke effecten van de hogere salarisdrempel moeten zich de komende jaren echter nog ontvouwen.
Beleidsmakers moeten de effecten nauwlettend in de gaten houden om negatieve gevolgen voor bedrijven, overheidsdiensten en de economie te voorkomen.
Een evenwicht vinden tussen migratiecontrole en de behoeften van de arbeidsmarkt zal van cruciaal belang zijn als het Verenigd Koninkrijk zijn immigratiebeleid blijft verfijnen.